Chanoeka is een Joods feest. Het is niet gelijk te stellen met de feesten van God, die in de Thora aan ons bekend worden gemaakt. Kunnen wij dit feest vieren, als gelovigen uit de volken? En zo ja, wat vieren we dan?

 

Chanoeka betekent 'toe- of inwijding'. Het feest staat ook wel bekend als het feest van de lichtjes (Chag Haorim) of inwijdingsfeest. Het feest begint op de 25e van de maand Kislev en duurt tot de tweede van de maand Tevet. Het feest valt altijd samen met de maand december. Chanoeka draait om de herinwijding van de tempel en de wonderlijke manier waarop de menora in de tempel werd aangestoken en bleef branden.

 

De herinwijding van de tempel vond plaats in het jaar 165 voor Christus, nadat Judas de Makkabeër en zijn volgelingen, de Makkabeeën,  de tempel op de heersende Syriërs heroverden.  De tempel was door de Syriërs ontheiligd, door er afgodsbeelden te plaatsen en er varkens te offeren.

 

Wat is het verhaal van Chanoeka?

“Antiochus IV Epiphanes, de koning van Syrië, heeft de joden verslagen. Hij is een heel wreed heerser. Hij staat bekend als iemand die van alles doet, als het maar Grieks is. Hij verlangt dan ook van de joden dat ze zich aanpassen aan de Griekse gewoontes. De joden op hun beurt weigeren dat, waar ze maar kunnen.
Maar de koning wil de joden kost wat kost dwingen zijn wetten te gehoorzamen. Daarom vaardigt de koning een nieuw besluit uit. Vanaf dat moment is het de joden verboden uit de joodse heilige boeken te lezen. De koning verbiedt hen om tot hun God te bidden. Hij verbiedt hen ook om hun feestdagen en de sabbat te vieren, en om de voorschriften van hun godsdienst na te leven. Soldaten moeten controleren of de joden dit besluit van de koning gehoorzamen. En ze moeten ook Griekse altaren bouwen op de meest heilige plaats van de joden: de tempel van Jeruzalem. De bedoeling is de joden zo te dwingen om onreine dieren te offeren aan de Griekse god Zeus.
Syrische boodschappers trekken door het land om de joden op de hoogte te brengen van het nieuwe besluit. Als priester Matatias en zijn vijf zonen van het nieuwe besluit horen, besluiten ze dat er iets moet gebeuren. Ze vluchten de heuvels in. Daar brengen ze onder leiding van Judas (Makkabeüs), één van de vijf zonen, een klein legertje bij elkaar om te vechten voor de vrijheid van hun volk. Ze worden bekend als de Makkabeeën. Drie jaar lang vechten Judas en de Makkabeeën tegen de Syriërs. Dan, na drie jaar, op de vijfentwintigste van de maand Kislev, slagen ze er eindelijk in de Syriërs te verslaan. Opnieuw zijn ze dan vrij.
De Makkabeeën haasten zich naar hun heilige tempel in Jeruzalem. Ze halen er de Griekse altaren weg en alle onreine offerdieren. Maar de menora, de zeven-armige kandelaar die in de tempel altijd brandde, is gedoofd. Ze zoeken of ze de speciale zuivere olie kunnen vinden, die nodig is om de menora te laten branden. Want als ze zulke olie nieuw moeten maken, dan kost hen dat acht dagen. Maar hoe ze ook zoeken, alles wat ze vinden, is slechts één met het zegel van de hogepriester verzegeld kruikje met maar net genoeg speciale zuivere olie om de menora één dag te laten branden. Toch steken de Makkabeeën de menora aan. En ze zeggen een speciaal gebed. Zo bedanken ze God, dat hij hen geleid heeft naar het moment, dat ze nu weer vrij zijn.
En dan gebeurt er, volgens de legende, een groot wonder. De olie in het kruikje, die (dat) maar net genoeg is om de menora één dag te laten branden, blijkt voldoende te zijn om de menora acht volle dagen te laten branden. Net zo lang als ze nodig hebben, om nieuwe speciale zuivere olie voor de kandelaar te maken.
Vanaf dat moment in het jaar 165 voor Christus vieren de joden elk jaar vanaf de vijfentwintigste dag van de maand Kislev acht dagen lang Chanoeka of het Feest van de Lichten om het wonder van de olie bij de herinwijding van de tempel te herdenken.”

(https://jansimons.nl/relimarkt/bestandenrelimarkt/godsdienstigefeesten/chanoeka.htm)

 

We vinden dit verhaal terug ik in de boeken Makkabeeën. Vooral bekend zijn de eerste twee boeken, maar ik heb begrepen dat er in totaal 4 boeken zijn. De boeken lezen als een spannend jongensboek, al is het hier en daar wel erg gewelddadig. De geschiedenis waarop Chanoeka is gebaseerd vinden we terug in 1 Makkabeeën 4: https://www.statenvertaling.net/bijbel/1mak/4.html

 

Wie is er wat opgevallen? =? We lezen in het hele verhaal niets over het wonder van de oliekruik. Dat verhaal is pas later door Rabbijnse overlevering aan het verhaal van Chanoeka toegevoegd. We vinden het terug in de Talmoed (in traktaat Sjabbat). In de Talmoed ontbreekt echter het oorlogsverhaal van de Makkabeeën. Omdat dit verhaal later is toegevoegd is het de vraag of het wonder werkelijk heeft plaats gevonden, of dat het door de Rabbijnen is toegevoegd om een groter belang aan het feest te geven, danwel het ritueel van de 8 kaarsen te verklaren.

 

Na de verwoesting van de Tempel in het jaar 70 van de gewone jaartelling bleef Chanoeka als lichtfeest gehandhaafd. Zo is het feest gebleven om te blijven herinneren aan de machtige daden van de Eeuwige, maar ook om de hoop te houden op het opnieuw bouwen van de tempel en de herinvoering van de tempeldienst.

 

Chanoeka is dus een Joods feest, over een Joodse geschiedenis. Waarom zouden volgelingen van Jesjoea dat feest vieren? 

(De tekst die volgt is van een artikel op Messianieuws van Geke van Halteren, geïnspireerd op het boekje ‘Light’ van de Messiaans Joodse organisatie First Fruits of Zion. Datum: 12-12-2017)

 

Allereerst omdat de strijd van de Makkabeeën heel herkenbaar is. De overheersing door de Grieken werd gekenmerkt doordat mensen zich boven God verheven, en de menselijke rede de plaats van Gods soevereiniteit innam; Filosofie in plaats van Torah. Deugden en schoonheid in plaats van mitzwot (geboden). Rede in plaats van openbaring en de goden van Olympus in plaats van de Ene, ware God. Herkenbaar voor de tijd waarin wij leven, toch?

Maar toch, het is en blijft een Joods feest… Geldt dat ook niet voor het verhaal van de uittocht uit Egypte, en voor vele andere verhalen die in de Bijbel zijn opgetekend? Al die verhalen vertellen ons over strijd en overwinning, over worsteling en zegeviering, over hoop en een nieuw begin. Ze leren ons over de wonderen die JHWH deed, doet en zal doen. En leerde Jesjoea zelf ons niet principes over Gods koninkrijk door middel van verhalen (gelijkenissen)? Kan het zo zijn dat Jesjoea ook het verhaal van Chanoeka gebruikte om Zijn volgelingen iets te leren?

 

Jesjoea en het Inwijdingsfeest

In Johannes 10:22-23 lezen we dat Jesjoea ten tijde van het Inwijdingsfeest in Jeruzalem was. We weten dat Hij de pelgrimsfeesten (Matzot, Sjavoe’ot en Soekot) volgens het gebod van God vierde in Jeruzalem, maar waarom was Hij in de winter in Jeruzalem? Zou het niet veel logischer zijn dat Hij in die periode gewoon ‘thuis’ – in Galilea-  was?

We weten niet hoe Chanoeka ten tijde van Jesjoea en Zijn discipelen werd gevierd, maar de kans is groot dat het Feest van de her-inwijding van de tempel in en rondom de tempel plaatsvond. Jesjoea wandelde in de zuilengang van Salomo, het enige overblijfsel van de Eerste tempel, die ooit door Salomo was gebouwd en ingewijd. Gelegen op het oosten, had deze zuilengang zicht op de Oostelijke Ingang van de tempel, de plek waar de Messias op een dag de tempel en Jeruzalem zal binnengaan. Zacharia 14:4 en Ezechiël 43 vertellen dat de Messias zal terugkomen en Jeruzalem zal herstellen en de Tempel zal inwijden (Chanoeka). Zouden de eerste gelovigen elkaar juist daarom op die plek ontmoeten, omdat daar de komst van Messias als eerste zou worden gezien?

Wat had Jesjoea te maken met Chanoeka? De helden van dat feest, de Makkabeeën, hadden namelijk na hun glorieuze overwinning en de her-inwijding van de tempel zichzelf tot koningen over Israël gekroond. (Zij waren de voorouders van de Hasmoneeën waaruit later de wrede koning Herodes voortkwam.) De Makkabeeën kwamen uit het priestergeslacht van Levi, en hadden op grond van Torah geen recht op de troon, die was aan Juda voorbehouden. Jesjoea kende die geschiedenis, en Hij had alle reden zich daarvan te distantiëren.

 

Jesjoea en de profetieën van de profeet Daniel

Maar Jesjoea was naar Jeruzalem gereisd, en Hij was daar ten tijde van het Inwijdingsfeest. Wat was het belang van Chanoeka? Jesjoea kende de Geschriften en Profeten, en Hij onderwees daaruit. Misschien opende Hij het boek Daniel tijdens die winter in Jeruzalem. In het boek Daniel staan vele profetieën over de tijd die komen zou.

We kennen allemaal het verhaal van het enorme beeld dat door een rollende steen omver werd geworpen. En we weten dat die profetieën in vervulling gingen in de opkomst en teloorgang van de Babylonische, Medo-Perzische, Griekse en Romeinse Rijken. Ook kennen we de profetie over de gehoornde geitenbok van wie het rijk werd verdeeld over vier hoorns, waarvan een machtiger werd dan de andere (Daniel 8:8). We weten dat dat is vervuld in de snelle opkomst van het Rijk van Alexander de Grote, dat op het hoogtepunt van haar macht werd verdeeld over de vier generaals van Alexander, waarna één generaal aanvoerder werd van de machtige Seleuciden. In het vervolg van Daniel 8 lezen we dat een van de hoorns, die klein was, maar uitzonderlijk groot werd, Gods Wet terzijde stelt en het dagelijks offer doet ophouden. Dan staat er in Daniel 8:14 ‘Drieëntwintighonderd avonden en ochtenden; daarna zal het ​heiligdom​ in ere worden hersteld.’

 

Chanoeka vervult profetieën van Daniel

Die kleine hoorn, die uitzonderlijk groot werd, was Antiochus Epifanus. De 2300 avonden en ochtenden verwijzen naar de ochtend- en avondoffers (korban tamid) die in de tempel werden gebracht. Het gaat dus om 1150 dagen, ofwel drie jaar en twee maanden. We weten niet precies wanneer Antiochus opriep om te stoppen met de dagelijkse offers, maar we weten wel wanneer hij voor het eerst de ‘gruwel der verwoesting’ oprichtte in de tempel, dat was volgens het boek Makkabeeën op de 15e van de maand Kislev, en het eerste zwijn werd er op 25 Kislev in het jaar 168 v.Chr. geofferd. We lezen dat precies drie jaar later, op 25 Kislev van het jaar 165 v.Chr. de tempel door de Makkabeeën werd gereinigd en opnieuw gewijd. Daarmee reinigden en wijdden de Makkabeeën de tempel precies 1105 dagen nadat de gruwel der verwoesting werd opgericht. We weten het niet zeker, maar zou het zo kunnen zijn dat het precies 1150 dagen was nadat het dagelijkse offer is de tempel een halt was toegeroepen? Er waren dan 2300 offers gemist tijdens de periode waarin de tempel was ontheiligd.

In Daniel 11:31-35 (NBV) lezen we profetische woorden over de tijd van Antiochus Epifanus:

‘Hij brengt strijdkrachten op de been; die zullen het ​heiligdom, de vesting, ​ontwijden, het dagelijks ​offer​ afschaffen en een verwoesting brengend ​afgodsbeeld​ (in andere vertalingen ‘gruwel der verwoesting’ genoemd) oprichten. Degenen die zich niet houden aan het ​verbond, verleidt hij op listige wijze tot afvalligheid, maar degenen die hun God trouw zijn, zullen zich met kracht verzetten. De verlichten onder het volk brengen velen tot inzicht, maar een tijd lang worden zij te vuur en te ​zwaard​ bestreden, gevangengezet en beroofd. Tijdens hun onderdrukking krijgen ze enige hulp, al zullen velen zich onder valse voorwendselen bij hen aansluiten. Maar ook sommige van de verlichten komen ten val; mogen zij worden gelouterd, gereinigd en gezuiverd tot aan de eindtijd, want de vastgestelde tijd is nog niet aangebroken’

De profetie is bijzonder nauwkeurig beschreven, en was ten tijde van de Makkabeeën een bemoediging voor de mensen die trouw bleven aan God. Misschien las Jehuda de Makkabeeër deze woorden uit het boek Daniel, en was dat voor hem de aanmoediging om op te staan?

 

Jesjoea waarschuwt voor een tweede ‘gruwel der verwoesting’

In Mattheus 24:15 herinnert Jesjoea zijn discipelen aan de tijd van de Makkabeeën. Hij spreekt van een tweede ‘gruwel der verwoesting’. Het lijkt hier net of Jesjoea spreekt alsof het nog niet gebeurd is, maar in feite is het wel – en niet-  gebeurd. Er is namelijk nog een andere hoorn, waarover in Daniel 7 wordt gesproken. Deze hoorn komt voort uit de 10 koningen van Rome, een elfde hoorn die het patroon van Antiochus volgt. Hij wordt vaak geduid als de Antichrist en het Beest. In vs. 25 staat:

Hij zal in opstand komen tegen de hoogste God, en de ​heiligen​ van de hoogste onderdrukken. Hij zal proberen hun feesten en hun wet te veranderen, en zij zullen aan zijn heerschappij zijn overgeleverd voor één tijd, een dubbele tijd en een halve tijd’. Laat hij die het leest, daarop letten!

 

Het licht overwint de duisternis

De viering van Chanoeka is de herinnering aan een overwinning die in het verleden plaatsvond, in de toekomst zal gebeuren en ook vandaag de dag realiteit is. Het verhaal van licht dat de duisternis overwint. Overal waar duisternis is, zijn er mensen die het volk van God willen uitroeien. De geschiedenis herhaalt zich telkens opnieuw. Maar het wonder van Chanoeka is dat het licht niet is verdwenen. Het licht groeit, tegen de verdrukking in. Het verhaal van Chanoeka vertelt over de strijd tussen twee wereldvisies; Hellenisme tegenover Torah. Hellenisme is de taal van humanisme, filosofische theologie en relativisme. Torah is de taal van theïsme, mitzwot, daden en openbaring.

 

Tempel van de Heilige Geest

Ook nu is er een strijd gaande. De Chanoeka revolutie is begonnen in het lichaam van Messias. De terugkeer naar onze Joodse wortels is geen tijdelijke gril, het is een internationaal fenomeen dat zich verspreidt over alle volken. Het is een Chanoeka (vernieuwde toewijding) van het Lichaam van Messias. En dat hebben we nodig.

Het Lichaam van Messias wordt een Tempel genoemd. Als individuen en als geheel zijn wij de Tempel van de Heilige Geest. Net zoals de tempel die destijds in Jeruzalem stond, zijn wij ontheiligd. Al in de dagen van Paulus was het ‘geheim der wetteloosheid’ aan het werk onder gelovigen. Als de ‘Man der Wetteloosheid’ toen al aan het werk was onder gelovigen, hoeveel te meer in onze tijd?

 

Geboden van Antiochus

Eeuwenlang heeft de christelijke kerk de geboden van Antiochus opgevolgd:

  • Je moet de Sabbat ontheiligen
  • Je moet de feesten en heilige dagen ontheiligen
  • Je moet afgoden oprichten
  • Je moet onreine dieren eten
  • Je mag je zonen niet besnijden
  • Je moet de Torah vergeten.

De wetten van de gruwel der verwoesting werden door de christelijke kerk boven de Torah van God geplaatst, en van Joodse gelovigen werd verwacht dat ze Torah zouden afzweren als ze gelovigen in Jesjoea werden. Een paar honderd jaar geleden zou een gemeenschap van Torah-getrouwe Joodse gelovigen niet lang hebben standgehouden onder druk van de kerk. De Chanoeka revolutie is nog maar net begonnen.

De geboden van God en het getuigenis van Jesjoea

Mattitjahoe, de vader van Jehuda de Makkabeeër zei (1 Makk.2:27-28):

Laat iedereen van wie het hart brandt voor de Torah 

en die trouw is aan het verbond mij volgen!’

Van de heiligen in openbaring lezen we dat ze ‘Gods geboden gehoorzamen en zich houden aan het verbond van Jesjoea’. Misschien verwijst de schrijver van Openbaring wel naar het gedeelte uit Makkabeeën…

 

Chanoeka is nog steeds actueel

Zie je hoe relevant het verhaal van Chanoeka is? Misschien helpt dat ons om te begrijpen waarom Jesjoea in de zuilengang van Salomo wandelde, tijdens het Feest van Chanoeka, en waarom het vieren van Chanoeka voor ons belangrijk is.

Jesjoea anticipeerde op de her-inwijding van de Tempel. Hij anticipeerde op de Levende Tempel van gelovigen die hier op een dag zou samenkomen. Jesjoea voorzag dat veel van Zijn volgelingen Torah de rug zouden toekeren. Hij wist heel goed dat Zijn ecclesia op een dag Chanoeka nodig zou hebben.

 

Chanoeka als herinnering voor ons

Chanoeka herinnert ons aan de strijd tegen Hellenisme en assimilatie. Een strijd waar ook wij, in de geseculariseerde maatschappij waarin wij leven, mee te maken hebben.

Chanoeka herinnert ons dat we onze lichamen (de tempel van de Heilige Geest) moeten reinigen en ons opnieuw moeten toewijden aan God. We stellen onszelf in dienst van God ‘als een levend, ​heilig​ en God welgevallig offer, want dat is de ware eredienst. We moeten ons niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door onze gezindheid te vernieuwen’

Chanoeka herinnert ons eraan dat we zijn verwikkeld in een strijd met de machten van de duisternis die eropuit zijn om het licht van Torah en van Gods volk uit te blazen.

Rabbi Jesjoea zei:

Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen,

opdat ze jullie goede daden zien

en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.

De viering van Chanoeka is relevant voor alle gelovigen. Het is een belangrijk deel van het verhaal van het volk van God. Maranatha, Jesjoea, kom spoedig!