Va’etchanan 5782
Am-Yisrael bevindt zich hier in de Aravot Moav, dat is de vlakte van de Jordaan aan de noordkant van de Dode Zee. Het volk staat a.h.w. klaar om het land binnen te gaan. Dat ze er helemaal op gefocused zijn blijkt uit het verhaal van de dochters van Tz’lofchad in Num. 27:1-11. Dit wordt bevestigd in Numeri 36 waar de oudsten van de stam M’nashe bezorgd zijn voor hun deel in de erfenis. Dit zijn een paar voorbeelden van gerichtheid op het Land. Dit is profetisch voor ons vandaag.
Nederig
Dvarim 3:23 – וָאֶתְחַנַּ֖ן אֶל־יְהוָ֑ה בָּעֵ֥ת הַהִ֖וא לֵאמֹֽר׃
Va'etchanan is de hitpael vorm van het woord “chanan” (genade). Va’etchanan: ik pleitte. Rashi legt uit: Dit is een van de tien termen voor gebed. Etchanan wordt gebruikt wanneer iemand een onverdiende gunst zoekt, want waarlijk rechtvaardige en nederige mensen hebben nooit het gevoel dat ze recht hebben op G-ds barmhartigheid.
En die nederige houding bij Moshe vinden we in vers 24. Dit begint met אֲדֹנָ֣י יְהוִ֗ה – uitgesproken als Adonai Elohim – letterlijk: O mijn heer HaShem. Dit vinden we de eerste keer bij Avraham in Genesis 15:2. De wijzen merken op dat dit een ongebruikelijke combinatie van Goddelijke Namen is. Avraham richtte zich tot God als Heer, wat duidt op volledige gehoorzaamheid en erkenning van Zijn meesterschap… [Brachot 7b].
Een paar opmerkelijke dingen
- In parshe Va’etchanan doet het woord “leren, onderwijzen” zijn intrede in de Torah, 4:1, 5, 10, 14 etc. Dit woord wordt in de eerste 4 boeken van Torah niet gevonden.
- Het woord Shma i.v.m. geboden vinden we in zowel 4:1, 5:1 en 6:4. Alleen in 6:4 wordt het met een grote Ayin en Daled geschreven – die letters vormen het woord “Eed” = getuigenis.
- Bij het Shabbatsgebod in de “TIEN WOORDEN” vinden we Shamor (שָׁמ֣֛וֹר 5:12) ipv Zachor (זָכ֛וֹר Ex. 20:8).
Shamor betekent bewaken en Zachor is gedenken, herinneren. De rabbijnen leggen uit dat Shamor (bewaken) betekent dat je er alles aan doet om te voorkomen dat de Shabbat verstoord wordt. Dus alles op tijd klaar maken voor shabbat, computers uit, etc. Maar Zachor (gedenken) betekent dat we er een feest van maken, dus speciaal tafelkleed en servies. Een uitgebreide maaltijd etc. Met andere woorden: alles anders dan op de andere dagen.
Onderwijs nodig
Aan het eind van Bamidbar (Numeri) zagen we een nieuwe generatie naar voren treden. De dochters van Tzelofchàd vragen om hun erfdeel en de leiders van M’nasheh zijn bezorgd dat ze een deel van de erfenis verliezen. Am-Yisrael is nu geheel gericht op het wonen in het Land. Nu zouden wij verwachten dat ze meteen de Jordaan mogen oversteken. Maar Moshe denkt daar anders over. Hij gaat het volk eerst onderwijzen wat er nodig is om in het land te kunnen wonen. Want het is niet zomaar een land, Eretz Yisrael is G-ds speciale eigendom.
Lamad – ל מ ד
Dit gebeuren onder Mozes is profetisch vrienden, het leert ons dat ook wij niet zomaar klaar zijn om aliyah te maken, om te kunnen wonen in Israel. Wij moeten nog gevormd worden tot Israelieten. De eerste gemeente, zoals beschreven in het boek Handelingen, is daarin ons voorbeeld. Die gemeente is Joods – ook al zijn er proselieten – en doet helemaal mee met de Tempeldienst, Hand. 3:1. Om zover te komen hebben wij Joods onderwijs nodig. De Joodse orthodoxie heeft de Israelitische mindset, de Israelietische instelling en denkwereld bewaard. Met name de Talmud is hierin bepalend geweest. Talmud komt van het werkwoord ל מ ד wat leren of onderwijzen betekent. Het is met name dit werkwoord ‘lamad’ wat zijn intrede doet in de Torah via dit boek Dvarim. Je vindt dit woord niet in de vier andere boeken van de Torah. In Dvarim 4:1 verschijnt het en het komt in totaal zeventien keer voor.
Rabbi Sacks
Niet langer is Moshé de bevrijder, de wetgever, de wonderdoener, de tussenpersoon tussen de Joden en G-d, werd hij de figuur die in de Joodse herinnering bekend werd: Moshé Rabbénoe, “Moshé, onze leraar.” Zo begint Dvarim – “Moshé begon deze Wet uit te leggen” (Dvarim 1:5). Moshe wilde uitleggen, uiteenzetten, duidelijk maken. Hij wilde dat de mensen zouden begrijpen dat het Jodendom niet een religie van mysteries is die alleen voor enkelen begrijpelijk is. Het is – zoals hij in zijn allerlaatste toespraak zou zeggen – een “erfenis van de [hele] gemeente van Ja’akov” (33:4). Bij deze “gemeente van Ja’kov” mogen wij door genade horen. Zie Ef. 2:12.
Hier zijn we bij de kern vrienden, Moshe is hier de leraar die het volk onderwijst en daarmee afstemt op het wonen in het Land van G-d. En in Dvarim 12:8 zegt Moshe: Deze 40 jaar in de woestijn hebben jullie gedaan wat goed was in jullie ogen, maar nu jullie je gereedmaken om over te steken naar Eretz Yisrael, nu mag dat niet meer. Dit geldt ook voor ons. Ook wij hebben onderwijs nodig om ons voor te bereiden op het wonen in het Land. En dit onderwijs is te vinden bij het Joodse volk. En zoals boven al genoemd, het is de Talmoed geweest die de Joods Israelitische denkwereld doorheen de eeuwen heeft bewaard.
Talmoed
De Talmoed (= leren) is feitelijk ontstaan op advies van keizer Marcus Aurelius die een sterke vriendschapsband had met Yehudah haNasi (135-220 n.C.), de leider van de Joden in de 2e eeuw. Als de keizer raad nodig had ging hij naar Yehudah en op een gegeven moment zei de keizer: Waarom sla je al die wijsheid niet op in een boek? Dit onderwijs werd tot die tijd mondeling overgedragen, maar werd nu opgeschreven. Yehudah haNasi riep daartoe de grootste rabbijnen van die tijd bij elkaar. Dit gebeurde in het land Israel aan het eind van de 2e eeuw. Dit is de Misjnah, wat een verzameling is van leringen en disputen over de Joodse wet, en behandelt onderwerpen zoals de Shabbat en Feesten, de Tempeldienst, liefdadigheid, burgerlijke zaken, landbouw, de wetten van rituele zuiverheid, enz.
Op de Mishnah volgde een commentaar onder de naam Gemara, dit is het tweede deel van de Talmoed. De vorming van de Talmoed in zijn geheel is een proces van eeuwen geweest en toen de Talmoed (Bavli) uitkwam was het Romeinse keizerrijk al verdwenen en was de bisschop van Rome tot paus verheven. Met name de Rooms Katholieke kerk heeft altijd geprobeerd om de Rabbijnse geschriften uit te roeien. Om op die manier een einde te maken aan het volk met zijn eigen regels en wetten. Zegt Haman niet hetzelfde in Esther 3:8?
Na de Tenach (Bijbel) is de Talmoed het belangrijkste boek van het Joodse volk. Het heeft de Joden als volk bewaard ook al hadden ze geen land, regering of leger. De Talmoed bespreekt alle aspecten van het Joodse leven en de Joodse wet. Het beschrijft de discussies, argumenten en leringen van de wijzen die enkele generaties lang leefden nadat de Mishnah was samengesteld. Zij legden de wetten van de Mishnah uit in de Gemara. Mishnah en Gemara vormen samen de Talmoed.
Naar wat ik geleerd heb is de Talmoed bedoeld om ons te leren kijken met een Joodse bril. De discussies van de geleerden over de toepassing van de Torah in bepaalde situaties zijn veelal niet afgerond. Je kunt er dus niet zomaar antwoorden vinden, maar een hedendaagse rechter kan ze raadplegen om op een Joodse manier te leren kijken naar een kwestie.
Het is b.v. via de Talmoed dat we weten dat oog om oog en tand om tand betekent dat je een vergoeding moet geven aan degene die door jou toedoen gewond is geraakt. En als een echtpaar bij het Bet-Din komt om echtscheiding aan te vragen, dan kan het zijn dat de rechters oordelen dat ze psychische hulp moeten vragen om het huwelijk te redden. De Torah is bedoeld om Israel een volk te doen zijn van recht en gerechtigheid – mishpaat en tzedaqah - en de Talmoed werkt dit uit, zonder direct voor elke situatie pasklare antwoorden te geven. Sterker nog, je kunt de Talmoed pas begrijpen als je ze leest door een Joodse bril.
Anti-semitisme
Toen ik op internet zocht op het woord Talmoed kwam als eerste een website “The Talmud unmasked”. Dit is een boek geschreven door een roomse priester Banaitis en met kerkelijke goedkeuring uitgegeven in 1892. Daarin wordt de Talmoed heel erg zwart gemaakt. In 1912, dus 20 jaar later, was in Rusland de rechtszaak tegen Menachem Mendel Beilis. Beilis werd beschuldigd van het vermoorden van een christelijk kind om zijn bloed te nemen voor Pesach. En Pranaitis werd opgeroepen als getuige-deskundige om te getuigen van de haat in de Talmoed tegen christenen, zoals beschreven in zijn boek. Zijn geloofwaardigheid verdampte echter snel toen de verdediging zijn onwetendheid aantoonde m.b.t. enkele eenvoudige Talmoedische concepten en definities.
Het resultaat was dat Beilis niet schuldig werd bevonden. En meteen was Pranaitis gevallen van zijn voetstuk als Talmud-deskundige. Dit alles vond ik op verschillende websites en op Wikipedia. Maar zijn antisemitische boek bleef en vindt tot op de dag van vandaag gehoor bij veel christenen, maar helaas ook bij mensen in de Messiaanse beweging. Hoe komt dit?
De geest van Edom
Lieve mensen, het anti-semitisme is duidelijk zichtbaar, maar velen vinden het moeilijk te begrijpen dat de geestelijke strijd vandaag een keuze betekent tussen de kerk of Israel. De gemeente van Yeshua is tijdelijk, ze is voor de tijd van de ballingschap en bedoeld om het profetische getuigenis van Yeshua te bewaren tot de tijd van Israels herstel. En bevinden we ons niet in de tijd van Israels herstel? In die tijd zal de Gemeente weer worden opgenomen in het volksbestaan van Israel. Dat is dus een omgekeerde beweging sinds haar ontstaan – terug naar Jeruzalem.
Deze terugkeer wordt echter tegengehouden door met de geest van Edom. Dit is het anti-christelijke wat a.h.w. in onze genen zit. Via de Shabbat kwamen we al dichter bij het Joodse volk te staan, en via de Moadim – de feesten – nog dichter, daarna de Torah. Toch wacht het nog op een grote doorbraak, en dat betreft m.n. het orthodoxe Jodendom met hun Talmud en halachah. Als wij die barricade mogen slechten dan is de weg vrij voor de vervulling van G-ds plan.
Volheid
We lezen in Rom. 11:25-26: Als de volheid der volken binnengaat – dat is de terugkeer overblijfsel van de Gemeente van Yeshua naar Jeruzalem - dan zal gans Israel gered worden. Gered – waarvan? Uit de ondergang van Edom en Babylon. Want vandaag worden twee groepen verzameld. Aan de ene kant de volken die zich tegen Jeruzalem zullen keren, en aan de andere kant – en nu nog meest onzichtbaar – een overblijfsel uit de volken wat met Judah zal optrekken naar Jeruzalem. En om dit overblijfsel tot zijn volheid te brengen – waar Rav Shaul het hier over heeft – daarvoor is Joods onderwijs nodig. En ik geloof dat G-d ons daarvoor Rabbi Shapira en zijn Yeshivat Shuvu heeft gegeven. Wereldwijd worden gelovigen teruggebracht bij de Joodse wortels van ons geloof. We krijgen onderwijs vanuit de Talmoed en de wijzen van Israel. Zo wordt de kloof met onze Joodse broeders gedempt en worden wij klaargemaakt voor het wonen in Israel. Dit is “de volheid der volken” die binnengaat en mag bijdragen aan Israels redding.
De vervulling van G-ds plan en de redding van gans Israel wacht dus feitelijk op ons broeders en zusters. Het overblijfsel van de Gemeente – het Rebekka overblijfsel – heeft een sleutelrol in de vervulling van G‑ds plan. En om ons geestelijk tot onze volheid te brengen is het doel van Rabbi Shapira. Daarom wil ik jullie allemaal met diepe ernst maar ook met blijde verwachting oproepen voor de conferentie in Amsterdam op 16-17 september. Het is so-wie-so al bijzonder dat er 2 rabbijnen zullen spreken die in Yeshua geloven. De conferentie is dus een bijzondere gelegenheid om met hen kennis te maken.
Lieve mensen, in Johannes 7:12 staat dat er in de menigte veel over Yeshua werd gediscussieerd, maar dat er niet veel waren die echt voor Hem durfden kiezen, omdat ze bang waren voor de leiders. En vandaag wordt er in de Messiaanse beweging veel over Rabbi Shapira gesproken, maar wie kan tot een keuze komen. De conferentie is nu een uitstekende gelegenheid om zelf te ontdekken wat voor beweging dit is.
Samenvatting
Op de grens van Eretz Yisra’el gaat Moshe nogmaals de Torah onderwijzen aan het hele volk. Het woord van G-d wordt door hem helder en duidelijk uiteengezet en voorgesteld. Vandaag is het een groot geschenk van de Allerhoogste dat het Hebreeuws weer tot leven is gebracht. Maar zo is het ook een wonder dat er Joden zijn die de Messias mochten ontdekken vanuit de Joodse bronnen. En via het Hebreeuws en deze bronnen wordt G-ds Woord ook voor ons weer heel nieuw en een levende werkelijkheid. Daarom is het zo belangrijk om ons aan te sluiten bij dit grote gebeuren. Het is de voorbereiding van de wijze maagden voor de reis naar Jeruzalem.
Ik wil afsluiten met het woord ל מ דwat de Torah binnenkomt in Dt 4:1. Daar zegt Moshe tot ons: “En nu, Israël, luister naar de inzettingen en naar de rechten, die ik jullie leer om te doen; opdat jullie leven en het Land binnengaan en in bezit nemen, dat de HEERE, de God van uw vaderen, u geeft.”
Shabbat Shalom!
Maasbracht, 16 Av 5782 / 13 aug. 2022
Baruch ben Zvulun