Gen.44:18 t/m 47:27
Ezechiël 37:15-28
Hand.3:11-26
“He drew near” een bijzondere parasja, één van de hoofdthema’s is “tesjoeva” berouw tonen, in het Jodendom wordt een boeteling hoger in aanzien geacht dan iemand die volmaakt rechtvaardig is.
Verder kunnen we leren dat vergeving van essentieel belang is voor het functioneren van elke groep mensen van familie tot een samenleving.
En verder de vraag: Waarom heeft Jozef geen bericht gestuurd naar zijn vader dat hij in leven was!
Ook kunnen we uit deze parasja leren om tragische misverstanden te voorkomen, met de oorzaak dat we niet goed communiceren met elkaar!
Jozef op zoek naar berouw?
Tesjoeva, het drama van Jozef en zijn broers bereikt nu zijn climax. Juda en Jozef staan oog in oog Benjamin de jongste zoon wordt beschuldigd van diefstal en hem wacht levenslange slavernij, Juda houdt een hartstochtelijk pleidooi voor zijn vrijlating. Inderdaad de vermiste zilveren beker is in zijn bezit aangetroffen Juda vecht de feiten niet aan in plaats daarvan geeft hij zich over aan de genade van de Egyptische heerser, wiens identiteit hij nog steeds niet kent, en smeekt hem rekening te houden met de impact die Benjamins gevangenschap op zijn vader zal hebben. Jacob heeft al een geliefde zoon verloren de schok er nog één te verliezen zal hij niet overleven: zie Genesis 44:33+34
Bij deze woorden breekt tenslotte Jozefs hart. Overweldigd door emotie beveelt hij al zijn dienaren weg te gaan, wendt zich vervolgens tot zijn broers en onthult wie hij is Genesis 45:1-3
Hun stilzwijgen is veelzeggend. Ze zijn verbijsterd. De vreemdeling blijkt hun broer te zijn. De heerser van Egypte is de jongen die zij jaren geleden hebben verkocht als slaaf. Ze zijn verlamd door de combinatie van schrik en schuld. Jozef verbreekt het zwijgen en gaat verder. Hij heeft nog een verrassing voor zijn broers, hij houdt hen niet voor schuldig. Er is in zijn woorden geen boosheid. In plaats daarvan doet hij wat zij het minst verwachten. Hij troost hun. Hij vergeeft hun. Hij spreekt met majesteitelijke goedgunstigheid: Gen. 45:4-8
Hiermee komt het lange verhaal tot een afsluiting de verwijdering die begon met de woorden de broers haatten hem en konden niet meer vriendelijk met hem spreken Genesis 37:4 is nu voorbij. Jozef is een heerser geworden zoals hij tweemaal had gedroomd zijn broers hebben zich voor hem neergebogen Hij heeft een poging hem te doden overleefd. Hij is opgestaan uit de slavernij om de op één na machtigste man te worden In het machtigste rijk van de oude wereld.
Volgens Jonathan Sacks blijft er nog een beslissende vraag over: wat voor verhaal is dit?
Is het een sprookjesverhaal van armoede naar rijkdom? Een verhaal over wraak? Een drama over innerlijke ontbinding en een gezin in oorlog? Welke diepere thema’s spelen er onder de schijnbaar zo eenvoudige oppervlakte?
Om de vertelling te begrijpen moeten we de aaneenschakeling van gebeurtenissen volgen en proberen hem te ontdekken wat Jozef bewoog in de opeenvolgende ontmoetingen met zijn broers.
Als 1e: de broers komen bij Jozef om graan te kopen. Hij herkent hen maar zij herkennen hem niet. Hij spreekt op barse toon tot hen en beschuldigt hen van spionage. Hij zet hen 3 dagen gevangen. Vervolgens laat hij hen gaan maar houdt Simeon vast als gijzelaar en zegt hun dat zij Benjamin de volgende keer moeten meebrengen om hun verhaal te bevestigen.
Dan stopt hij het betaalde geld weer in hun zakken graan, Als de broers dit ontdekken zijn ze van streek er gebeurt iets met hen maar ze weten niet wat ze keren terug zonder Simeon maar met geld ze begrijpen het niet maar het wekt een schuldgevoel bij hen, hebben ze niet een keer eerder een van hun broers voor geld verkocht {of in ieder geval waren ze dat van plan} verschrikt kijken ze elkaar aan en vragen: Waarom doet God ons dit aan? Genesis 42:28 “schuldgevoel ontwikkelt zich”
Een belangrijk gegeven voor? Wie weet wat dit kan bewerken…….
Bij thuiskomst vertellen ze hun vader wat er is gebeurd maar Jacob weigert Benjamin met hen te Laten terugkeren naar Egypte. Uiteindelijk raakt het voedsel op. Na aandrang van de kant van Juda laat Jacob Benjamin met de broers meegaan naar Egypte. Deze keer begroet Jozef hen hartelijk, laat Simeon vrij en nodigt hen uit om met hem te eten. Na hen voorzien te hebben van een nieuwe voorraad graan stuurt hij hen op weg. Nu doet hij echter meer dan het terugleggen van het geld in hun zakken hij laat zijn favoriete drinkbeker waarmee hij kan voorspellen op Benjamins graan leggen. Opgelucht dat het bezoek onverwacht moeiteloos is verlopen, hebben de broers de stad echter achter zich gelaten. Maar ze zijn nauwelijks op weg of ze worden ingehaald door de hofmeester van Jozef. Iemand heeft de zilveren beker van zijn heer gestolen de broers betuigen hun onschuld.
Ze vinden hem bij Benjamin, de volgende test begint, zullen ze Benjamin achterlaten?
Jozefs plan was dus niet om zijn visioenen/dromen die hij gehad heeft, te laten uitkomen, want dan had hij wel een plan bedacht om Jacob en de hele familie te laten komen, om hen voor zich neer te laten buigen, en ook wraak was zijn drijfveer niet, geen kwaad met kwaad vergelden zie Gen. 42:24 en Gen.43:3 en Gen. 45:1-2.
De Thora benadrukt Jozefs emotionele reactie, door dit detail 3 keer te herhalen om juist de mogelijkheid uit te sluiten dat Jozef handelt vanuit het verlangen zijn broers wraak aan te doen, Jozef ontleent geen enkele voldoening aan wat hij doet. Hij gaat tegen zijn neiging in en dat bezorgt hem ondraaglijke pijn.
De vraag keert dus in volle sterkte terug welke logica zit er achter Jozefs zorgvuldig geconstrueerde plot?
Eén van de sleutelbegrippen van het Jodendom en ook van de hele bijbel is tesjoeva doen, denk aan de heiligste dagen van Gods Moadiem van Rosh hasjana tot Jom Kipoer een complex begrip dat wroeging berouw en omkeer bevat.
Tesjoeva heeft volgens de analyse van de wijze van Israël en later van Maimonides bepaalde kernelementen. Het eerste is het opbiechten en erkennen van zonde: Hoe belijdt men zonde?
De berouwvolle zegt: ‘ik smeek U O heer Ik heb gezondigd Ik heb slecht gehandeld Ik heb uw gebod overtreden en Ik heb dit en dat gedaan en Ik heb berouw en schaam mij voor mijn daden”
Het tweede is jezelf beloven de overtreding niet te herhalen: Wat betekent deze TESJOEVA? Het houdt in dat de zondaar zijn zonden opgeeft hem wegdoet uit zijn gedachten en in zijn hart besluit hem nooit meer te herhalen, zoals gezegd is in Jesaja 55:7 “laat de goddeloze zijn weg verlaten de man van ongerechtigheid zijn gedachten”
Er is In het Jodendom nog een voorwaarde voor volkomen tesjoeva: Maimonides formuleert het zo: wat is volmaakte tesjoeva? Deze blijkt wanneer zich een gelegenheid voordoet voor een herhaling van de eens begane overtreding en de overtreder de overtreding kan begaan maar ervan afziet vanwege tesjoeva, niet uit angst of door gebrek aan kracht.
Wat heeft Yeshua en zijn talmidiem ons geleerd? Matt. 3:1-8 en Rom. 6:1-6
Mooi om te lezen dat de Rambam/ rabbi Mosje ben Nachman ook wel Maimonides genoemd, die een rabbi en wereldberoemde arts in de 12e eeuw was, hier eigenlijk veel uit de Brit hachadasja uitlegt!
Nog eens samengevat: het zijn niet de dromen, het is geen wraakzucht, maar het is tesjoeva die Jozef steeds gemotiveerd heeft. Zijn broers hebben hem ooit verkocht als slaaf. Hij heeft het overleefd: niet alleen overleefd, hij is er wel bij gevaren. Hij weet “hij zegt dat voortdurend” dat alles wat hem is overkomen op de één of andere manier deel uitmaakt van Gods plan. Zijn zorg is niet op zichzelf gericht maar op zijn broers hebben zij het overleefd? Beseffen zij de ernst van de misdaad die zij hebben begaan zijn? Zijn zij in staat tot berouw? Kunnen zij veranderen? Heel de aaneenschakeling van gebeurtenissen, vanaf de eerste komst van de broers in Egypte tot aan het moment waarop Jozef zich aan hen bekendmaakt is een uitgebreid essay over tesjoeva {hierin geeft de schrijver zijn visie op de ontwikkelingen over het gebeurde wat hij meemaakt}, een nauwgezette vooroefening van wat later ‘normatief’ {dus wat bepaalt hoe iets zou moeten zijn} zal worden In de Joodse wet! Dus wat G-d later in de verbondssluiting als geschreven gedragsregels voorschrijft hoe het hoort, wat normaal gedrag is en wat ongewenst gedrag is!
Waarom is het zo belangrijk dat de broers dit op dit moment gaan leren? Omdat de familie van Abraham op het punt staat de ballingschap in Egypte te ondergaan, voorafgaand aan hun geboorte als volk onder soevereiniteit van God. Dat zal aan Israël meer eisen stellen dan aan enig ander volk In de geschiedenis. God weet dat zij vaak tekort zullen schieten: ze zullen zondigen, klagen, afgoden aanbidden, Zijn wetten overtreden. Hij accepteert dat, ook al bezorgd dat hem vaak groot verdriet.
God eist geen volmaaktheid: door ons een vrije wil te geven, stelt Hij ons in staat fouten te maken. Hij vraagt alleen dat wij onze fouten erkennen en onszelf verplichten deze niet nog eens te maken “met andere woorden dat we in staat “zullen zijn tot tesjoeva. Door Jozefs test te doorstaan heeft Juda laten zien dat de kinderen van Israël “baäl tesjoeva” zijn geworden, meesters van boetvaardigheid, die in staat zijn van hun fouten te leren en daardoor te groeien. De Joodse geschiedenis aanvangend met ballingschap in en uittocht uit Egypte, kan nu beginnen.
De boetvaardige mens van uit Joods perspectief gezien: Blz. 269
In dit verhaal van de Thora bestaat er geen twijfel aan wie daarin de held is: Jozef. Het verhaal begint en eindigt met hem. We zien hem als kind door zijn vader geliefd zelfs verwend: als adolescente {een fase tussen kind en volwassene} dromer gehaat door zijn broers; als slaaf en vervolgens als gevangene in Egypte; tenslotte als de op één na machtigste persoon in het grootste rijk van de oude wereld.
Toch is de geschiedenis daar niet op uitgelopen. Het is integendeel een andere broer die op den duur zijn stempel heeft gedrukt op het Joodse volk. Wie denken jullie?
Ja dat is Juda.
De verbondsfamilie is onder verschillende namen bekend geweest: wie weet welke?
Één daarvan is Ivri/ Hebreeër, wat de betekenis heeft van: “buitenstaander, vreemdeling, iemand die van de ene plaats naar de andere trekt. Zo stonden Abraham en zijn kinderen bekend bij anderen.
De tweede naam is Israël, afgeleid van de nieuwe naam die Jakob kreeg nadat hij gestreden had met God en mensen en gewonnen had. Na de splitsing van het Koninkrijk en de verovering van het noorden door de Assyriërs kregen zij bekendheid onder de naam Jehoediem of Joden. Het was de stam van Juda die het Koninkrijk van het zuiden domineerde zij overleefden de Babylonische ballingschap.
Het was dus niet Jozef maar Juda die zijn identiteit overdroeg aan het volk. Juda werd de voorouder van Israëls grootste koning, David. Uit Juda zal de Messias worden geboren. Waarom Juda en niet Jozef?
In deze parasja kunnen we een gedachte halen: terugkijkend op wat er in Gen.37:26-27 staat.
Juda die hier een menselijke hardheid laat zien, “wat hebben we er voor baat bij” in één adem noemt hij Jozef “ons eigen vlees en bloed” en stelt hij voor hem als slaaf te verkopen.
Er is niets te bespeuren van de tragische nobelheid van de oudste zoon Ruben, die als enige van de broers inziet dat het verkeerd is wat doen zij doen en die een poging doet om Jozef te redden. Hij laat zich echter als oudste niet echt gelden. Gen.37:21-22
Juda is de laatste persoon van wie we nu nog grote dingen verwachten, maar Juda verandert {meer dan wie ook In de Thora} de man die na jaren tegenover Jozef staat, is niet dezelfde persoon als degene die het woord voert wanneer Jozef gevangen zit in de put. Toen was hij bereid zijn broer als slaaf te verkopen nu is hij bereid om liever zelf dit lot te dragen dan Benjamin als slaaf te Laten vasthouden.
Het is een volkomen omkeer van karakter. Hardvochtigheid is vervangen door zorg. Onverschilligheid ten aanzien van het lot van zijn broer is omgevormd tot moed ter wille van hem. Juda is bereid te ondergaan wat hij Jozef heeft aangedaan opdat Benjamin niet hetzelfde lot zal treffen. Nu onthult Jozef wie hij is. Wij weten waarom. Juda heeft de test doorstaan die Jozef zorgvuldig voor hem had geconstrueerd.
Jozef wil weten of Juda veranderd is. Dat is hij. Dit is een uiterst belangrijk moment In de geschiedenis van de menselijke geest. Juda is in de Thora de eerste boeteling, de eerste Baäl tesjoeva.
Juda is dus veranderd, wie heeft een idee waar dit gebeurd is?
Denk aan het verhaal van zijn uitvlucht beschreven in Gen.38, waarin de situatie die hij met Thamar beleefde zijn karakter waarschijnlijk veranderd heeft!
Thamar die getrouwd is geweest met 2 van Juda’s zonen, beide gestorven, Juda die zijn 3e zoon bij haar vandaan houdt, waardoor zij niet kon hertrouwen en kinderen krijgen. Als Thamar haar situatie begrijpt vermomt hij zich als prostituee. Juda slaapt met haar. Ze wordt zwanger, Juda die geen idee heeft van de verkleedpartij, concludeert dat zijn schoondochter een verboden relatie heeft gehad en geeft opdracht haar ter dood te brengen. Thamar, die zich in vermomming Juda’s zegel, koord en staf als onderpand heeft toegeëigend, stuurt deze op dat moment naar Juda met de boodschap: “De vader van mijn kind is de man van wie deze dingen zijn”. Juda begrijp nu ten volle wat de betekenis van het gebeuren is. Hij heeft Thamar al in de onmogelijke situatie gebracht dat zij als weduwe moest leven. Hij is de vader van haar kind. Bovendien beseft hij dat zij zich buitengewoon discreet heeft gedragen door de waarheid aan het licht te brengen zonder hem te schande te maken! Thamar is de heldin van het verhaal, dat echter een opmerkelijk gevolg heeft: Juda erkent dat hij fout is geweest “zij was rechtvaardiger dan ik” zegt hij. Dit is de eerste keer In de Thora dat iemand erkent zelf schuldig te zijn. Het is dus ook een keerpunt in Juda’s leven!
Hier zien we dus het complexe verschijnsel dat bekend staat als tesjoeva, het proces dat iemand zijn eigen zonden erkent, berouw voelt en zich verandert!
Zie de naam: yehodah stamletters: yod/ heh/ dalet van het ww. lehodot / danken , daaraan dacht Lea toen zij haar vierde zoon juda zijn naam gaf: “ nu zal ik de Heer danken/loven ” Genesis 29:35. Maar het betekent ook: toegeven/ erkennen. De bijbelse term “widoei /bekentenis” komt van dezelfde stam/wortel. Dus betekend Jehoeda ook: ‘hij die zijn zonde erkent’.
In de talmoed Berachot 34 b, staat dat rabbi abbahoe heeft gezegd: ‘daar wel boetelingen staan, kunnen zelfs de volmaakte rechtvaardigen niet staan’.
Zijn bewijstekst is het vers uit Jesaja 57:19: vrede, vrede voor iedereen, ver weg of dichtbij. Daarbij wordt degene die ‘ver weg’ is geplaatst voor de degene die ‘dichtbij’ is. De talmoed maakt echter duidelijk dat de rabbi abbahoe uitleg allesbehalve onomstreden is. Rabbi jochanan interpreteert ‘ver’ als ‘ver van de zonde’ in plaats van ‘ver van God’.
Juda is het ware bewijs Jozef staat In de traditie consequent bekend als” ha Tsaddiek”/ de rechtvaardige. Juda is een boeteling, de eerste in de Thora. Jozef werd misjnee le melech, tweede naar de koning. Maar Juda werd de vader van Israëls koningen. Waar de boeteling Juda staat, kan zelfs de volmaakt rechtvaardige Jozef niet staan. Hoe groot ook iemand kan zijn in zijn deugdzaamheid of op grond van zijn of haar natuurlijke karakter, altijd groter is degene die in staat is tot groei en verandering. Dat is de kracht van boetedoening en die begon met Jehoeda!
Houd mijn vader van mij? Dit is een van de grote vragen die wij als vanzelfsprekend elke keer stellen als we het verhaal van Jozef lezen. Waarom heeft hij niet op enig moment tijdens hun 22 jaar durende scheiding aan zijn vader bericht gestuurd dat hij nog in leven was?
Wie heeft een idee?
Rabbi Sacks legt het zo uit: het verhaal van Jozef afdaling in slavernij en ballingschap is begonnen toen zijn vader hem in zijn eentje op weg stuurde om te zien hoe het met zijn broers ging Genesis 37 :12-14
Wat is ons onmiddellijk voorafgaand aan deze episode verteld? Dat ging over Jozefs tweede droom. In de eerste had hij gedroomd dat hij en zijn broers In het veld waren om schoven te binden. Zijn schoof stond rechtop terwijl die van zijn broers voor hem neerbogen. Begrijpelijk dat ze kwaad werden toen hij hun over die droom vertelde. ‘Dacht je soms koning over ons te kunnen worden wil je over ons heersen?’ In de eerste droom wordt niets gezegd dat in relatie kan worden gebracht met Jacob.
Bij de tweede droom was het anders lees: Genesis 37:9-11, hier wijst Jacob, Jozef terecht over zijn hoogmoed.
Onmiddellijk daarna lezen we dat Jozef is zijn eentje na zijn broers gestuurd wordt door Jacob. Op dat moment, bij die ontmoeting ver van huis, beramen zij het plan om hem te doden, gooien hem in een put en verkopen hem uiteindelijk als slaaf.
Jozef had jarenlang de tijd over dat gebeuren na te denken. Dat zijn broers vijandig tegenover hem stonden wist hij. Maar Jacob wist dat vast en zeker ook. Als dat het geval was, waarom stuurde hij Jozef dan naar hen toe? Had Jakob niet aan die mogelijkheid gedacht dat zij hem misschien kwaad zouden doen? Wist hij niet hoe gevaarlijk rivaliteit onder broers kon zijn? Had hij niet op zijn minst aan de mogelijkheid gedacht dat hij Jozef leven op het spel zetten door hem naar hen toe te sturen? Niemand wist dit uit persoonlijke ervaring beter dan Jacob. Denk aan de situatie tussen Jacob en Ezau.
Denk ook aan een ander voorbeeld uit de Thora. Wie weet welke?
Toch stuurde Jakob, Jozef naar zijn andere zonen, terwijl hij wist dat ze jaloers op hem waren en hem haatten. Vermoedelijk was Jozef van deze dingen op de hoogte. Welke andere conclusie kon hij trekken, toen hij nadacht over de gebeurtenissen die leidden tot zijn verkoop als slaaf, dan dat Jacob hem opzettelijk aan dit gevaar had blootgesteld? Maar waarom? Vanwege het gebeuren onmiddellijk daarvoor, toen Jozef zijn vader verteld had, ‘dat de zon en de maan’, dus zijn vader en moeder zich voor hem zouden neerbuigen. Dit maakte Jacob woedend en Jozef wist dat. Zijn vader had hem ‘berispt’. Het ging alle perken te buiten te suggereren dat zijn ouders zich voor hem zouden werpen.
Kunnen we hier de conclusie trekken: dat Jozef geen contact met zijn vader zocht omdat hij meende dat zijn vader niets meer van hem wilde weten!
Jozef kon niet weten dat Jacob nog van hem hield, dat zijn broers hun vader bedrogen hadden door hem zijn met bloed bevlekte mantel te Laten zien en dat zijn vader om hem rouwde en ‘weigerde zich te Laten troosten’. Wij kennen deze feiten omdat de Thora ons die verteld. Maar Jozef, ver weg in een ander land, werkzaam als slaaf, kon dat niet weten. Dit plaatst het verhaal In de totaal nieuw en tragisch licht.
Is er enig bewijs dat deze interpretatie kan ondersteunen?
Dat is er. Jozef moet geweten hebben dat zijn vader zich kwaad kon maken om zijn zoons. Hij had dat twee keer gezien.
Wie weet wanneer?
Denk aan Simeon en Levi, Gen.34:30 En denk ook aan Ruben Gen.35:22
Lees Gen. 49: 4-7
Een andere uitspraak van Jozef doet deze gedachten gang ook recht, nl. Gen.41:51
Deze gedachtegang kan dus een uitleg zijn waarom Jozef nooit een bericht aan Jacob stuurde dat hij nog in leven was!
Hierdoor valt er een nieuw licht op de grote openingsscène van Vayigash.
Wat in Juda’s toespraak zorgde ervoor dat Jozef in tranen uitbrak en het eindelijk aan zijn broers onthulde wie hij was?
Als eerste de verandering die hij opmerkt bij Juda.
Ten tweede, wat Juda in zijn pleidooi over zijn vader verteld in Gen.44:25-31
Op dat moment besefte Jozef dat de angst dat zijn vader hem verworpen had ongegrond was. Hij was integendeel diepbedroefd toen Jozef niet terugkeerde. Hij geloofde dat hij ‘in stukken gescheurd’ was, gedood door een wild dier. Zijn vader hield nog steeds van hem, had nog altijd verdriet om hem. Tegen die achtergrond kunnen we Jozefs reactie op deze onthulling beter begrijpen: Gen.45:1-3
Dit zou dus een antwoord op de vraag kunnen zijn waarom Jozef als eerste vroeg: ‘leeft mijn vader nog’?